Vul de ontbrekende woorden in

Afzwemmen

 

Florijn heb je alles?, vroeg z’n moeder. Je ...................., een ...................., een t-shirt en een ..................... Je moet vandaag afzwemmen!

 

De hele week was Florijn al zenuwachtig.

Afzwemmen! Jakkes! Daar zie ik erg tegenop!

 

Normaal gesproken vindt hij het zwembad erg leuk, maar vandaag ging hij liever niet.

 

In het diepe, erg koud.

Een baantje ...................., dat gaat meestal fout.

Watertrappelen, wel 1 minuut.

Naar de ...................., ja dat absoluut.

Ze duwen je koppie onder met een rare haak.

Afzwemmen! Wat een zware taak!

Maar je moet kunnen zwemmen zonder dat je .....................

Om een ander te redden, als er iemand verdrinkt.

 

Gelukkig was hij niet de enige die moest afzwemmen vandaag.

Wendela en Manher die moesten ook.

En in het .................... aangekomen moesten ze zich meteen omkleden.

5 minuten vrij in het bad en dan gaan we afzwemmen, riep de .....................

Florijn voelde zich helemaal niet op z’n gemak.

Het afzwemmen kwam nu wel heel dicht bij. Als dat maar goed gaat!

 

Maak je niet zo .................... dat z’n had moeder nog gezegd.

Het is geen grote test, en je kan het allemaal best wel goed.

En jullie hebben toch geoefend, in het .................... van het bad.

Waarom ben je zo bang, je kan het toch allang wat moet.

In het zwembad of de ...................., zwem jij zo een baantje mee.

Ik ben allang niet meer bezorgd als toen.

Duik maar rustig in het ...................., laat maar zien dat je het vat.

Als je twijfelt aan jezelf dan denk je maar, mam zit daar.

Denk maar aan je .................... die je zelf hebt verteld.

Over duiken in het bad en het redden van een .................... m’n held.

Je staat daar als een kleine jongen zo nerveus daar op de kant.

Maar geloof maar dat je het kan, mijn grote ..................... Ja, want

In het zwembad of de zee, zwem jij zo een baantje mee.

Ik ben allang niet meer bezorgd als toen.

Duik maar rustig in het bad, laat maar zien dat je het vat.

Als je twijfelt aan jezelf dan denk je maar, mam zit daar.

 

Nou daar gaat ie dan. Wendela, ik moet na jou. Onderwater zwemmen, pfff!

Gewoon doorzetten Florijn, riep Wendela. Je zal zien dat het lukt.

En plons daar dook ze het .................... in.

Wat zwemt ze goed, dacht Florijn. Dat kan ik nooit.

Met knikkende knieën stapte Florijn op de rand van het bad.

Daar stond ie dan zo heel alleen tegenover het wild en klotsende water.

En iedereen keek hem aan alsof hij er nooit indook.

Ik tel gewoon tot .................... en dan duik ik.

1 2 3 en daar sprong Florijn het bad in.

Om even later al zwemmend weer boven te komen.

Florijn je hebt het gehaald, riep Wendela. Wat heb je ver gezwommen.

Heus?, heb ik het gehaald?

Ik vond het helemaal niet moeilijk, onderwater zwemmen!

Nou dan kan ik de rest ook wel!